Zij-instromer bij basisschool De Borne in Tilburg
Tyas D’Hont:
“Ik denk minstens een paar keer per week: ik heb écht iets betekend.”
Als kunstenaar/ontwerper stond Tyas D’Hont (31) al regelmatig voor de klas. Naarmate het pedagogische aspect hem steeds meer aansprak, vroeg hij zich af of dat per se met kunst verbonden moest zijn. Waar hij van plan was die vraag even te laten ‘sudderen’, raakte alles in een stroomversnelling. En zo is hij nu al halverwege zijn zij-instroomtraject en staat vier dagen per week voor groep 7/8.
Geen kunstfabriek
Met zijn tatoeages en jeugdige uitstraling is hij een opvallende verschijning in de Tilburgse wijk De Blaak. Na de opleiding ArtCoDe (Art, Communication and Design) aan de Fontys Hogeschool gaf Tyas les in Meierijstad. “Veel scholen daar besteden hun kunstonderwijs uit. Ik gaf in het cultureel centrum, te midden van een keramiekwerkplaats en goudsmederij, verschillende kunstlessen.” Maar het zzp-bestaan was te onrustig voor hem. “En er is nu eenmaal geen ‘kunstfabriek’ waar ik de hele dag kunst kan maken”, zegt hij met een lach. Het didactische van lesgeven trok hem aan, dus besloot hij die kant verder te onderzoeken.
“Uiteindelijk krijg je die schoolslag vanzelf onder de knie”
Klein gelukje
Hij maakte zijn interesse kenbaar aan de moeder van zijn beste vriend, die bij Xpect013 werkt. “Een andere kandidaat voor het zij-instroomtraject had zich op het laatste moment teruggetrokken. Dus belden ze – een week voor ik moest starten – of ik heel snel op sollicitatiegesprek kon komen. Ja, toen raakte alles in een stroomversnelling. Ik moest nog snel mijn cv klaarmaken en voor ik het wist, kon ik beginnen.” In het voortraject kwam hij zichzelf gelijk tegen. “Ik heb behoorlijke ADHD en was niet optimaal voorbereid op de reken- en wiskundetoets. Bij het examen had ik mijn identiteitsbewijs vergeten. Gelukkig was er een fout in de procedure geslopen, waardoor de hele groep de toets opnieuw mocht doen. Dat was een klein gelukje.”
Voor de leeuwen
Hij vindt dat er wel te veel nadruk wordt gelegd op de zwaarte van het zij-instroomtraject. “Als je op een informatieavond hoort dat de toetsen zwaar zijn, de helft van de zij-instromers voortijdig afvalt en je geen sociaal leven meer hebt, motiveert dat niet echt natuurlijk.” Dat valt volgens hem sowieso best mee. “Ja, je wordt voor de leeuwen gegooid; daar zal ik niet over liegen. Maar als je dat incalculeert en jezelf de ruimte geeft om te leren en te groeien, is het prima te doen. Mijn grootste zorg is meer of ik de kinderen in mijn klas niet tekortdoe. Het zij-instroomtraject ‘propt’ immers vier jaar Pabo in tweeënhalf jaar. En dat voelt een beetje als zwemmen zonder diploma. Dat moet je even accepteren en dan krijg je die schoolslag uiteindelijk vanzelf onder de knie.”
“Het zijn niet alleen mooie momenten, maar soms ook heel kwetsbare”
Sterkere fundering
Het neemt niet weg dat Tyas af en toe wat extra ondersteuning fijn zou vinden. “De begeleiding verschilt heel erg per school. De dagelijkse een-op-eenbegeleiding vanuit mijn duo-docent is goed. Soms zie je elkaar alleen gewoon te weinig om échte feedback te bespreken. Daarnaast wil iedereen je helpen, maar is ook gewoon druk.” Je moet volgens hem daarom zelf vragen stellen en initiatief tonen. “Dat is niet altijd makkelijk als je vier dagen voor de klas staat en één avond naar school gaat. Dan zou het helpen als er een sterkere fundering vanuit het landelijke programma is.”
Bitterzoet
Toch heeft Tyas geen spijt van zijn carrièrewissel. Hij is naar eigen zeggen goed op zijn plek bij de oudere groepen. “Ik zie mezelf geen snottebellen afvegen”, glimlacht hij. “Het is een enorm cliché, maar het is een superbijzonder beroep. Elke dag is anders en ik heb veel lol met die kinderen”, zegt hij zichtbaar enthousiast. “Ik denk minstens een paar keer per week: ik heb écht is betekend. En dat zijn niet alleen mooie momenten; soms ook heel kwetsbare. Bijvoorbeeld als een leerling het thuis moeilijk heeft en ik kan helpen dat bespreekbaar te maken. Hoewel dat ergens bitterzoet voelt.”
“Na de lange zomervakantie dacht ik: kan ik het nog wel?”
Oog voor details
Het voordeel als zij-instromer vindt hij dat je jezelf al goed kent. “Je komt jezelf dus minder snel tegen.” Hoewel zijn ADHD, vooral op organisatorisch vlak, wel een drempel is. “Gelukkig krijg ik daarbij veel hulp van collega’s.” Tegelijk ziet Tyas de positieve de kanten ervan. “Ik kan mijn aandacht heel makkelijk spreiden en heb daardoor oog voor details. Bijvoorbeeld als een leerling nieuwe oorbellen heeft. En ik heb gemerkt dat ik kinderen goed kan lezen: ik kijk áchter het kind. Dat is leuk om te merken.” Ook benoemt hij zijn ADHD vaak in de klas. “Het is onderdeel van mijn karakter en ik zie vaak herkenning bij leerlingen.”
Dom feitje
Af en toe vergeet Tyas bijna dat hij nog studeert. “Ik geef alle vakken, terwijl ik sommige van die lessen zelf pas maanden later krijg. Je put dus veel uit eigen ervaring. Gelukkig heb ik een brede interesse. Soms heb ik bijvoorbeeld een dom feitje onthouden van vijftien jaar geleden. En dat komt dan toch ineens van pas in de les.” Tegelijk merkt hij dat er nog niet veel is waarop hij kan terugvallen. “Ik vond het bijvoorbeeld best spannend om na de lange zomervakantie weer vol aan de bak te gaan. Ik dacht: kan ik het nog wel? Dan moet je er echt weer inkomen. Het is een ingewikkeld vak, met veel facetten, maar ik merk voor mezelf dat er groei is.”