Bevlogen leraar
Nadine van den Berg
‘Lesgeven is als dansen. Ik doe het allebei met hart en ziel’
Nadine van den Berg is leerkracht van de bovenbouw op de Kikkenduut in Oisterwijk. Inmiddels in haar 11e werkjaar en vol energie om maximaal van betekenis te zijn voor kinderen. Nadine is geboren in Vlijmen en heeft een minder plezierige herinnering aan het grootste gedeelte van haar basisschool tijd. Het klikte niet met haar medeleerlingen en ze werd veel gepest. Nadine: ‘Ik wil er niet te dramatisch over doen, maar de kinderen op mijn eerste basisschool waren heel anders dan ik. Ze vonden me veel te braaf en waren voortdurend bezig om mij te provoceren. Uiteindelijk beseften ook mijn ouders dat het zo niet langer kon en ben ik naar een andere basisschool gegaan, maar toen zat ik al in groep 8. Op die tweede basisschool kwam ik in een totaal andere wereld, waar ik me helemaal welkom voelde. Had ik die keuze maar eerder gemaakt.
Met twee woorden spreken
Mijn vader was eerst docent en is nu directeur bij een VMBO school. Ik kreeg dus van jongs af aan heel veel mee van het onderwijs. Wat er allemaal gebeurde in een schooljaar. Ik vond het leuk om met kinderen uit de buurt en met neefjes en nichtjes schooltje te spelen. Dan was ik de juf, die hun allerlei opdrachten gaf. Die rol vond ik heerlijk. Mijn ouders vonden het belangrijk dat mijn jongere zus en ik respect toonden naar andere mensen, dat we beleefd waren en goede manieren lieten zien. Dat vind ik zelf ook nog steeds belangrijk voor de leerlingen in mijn eigen groepen. Dat ze leren om het verschil te zien tussen formeel en informeel. In welke situatie gebruik je de ene manier van communiceren en in welke situatie de andere? Mijn ouders vonden het vanzelfsprekend in de opvoeding dat we die gepaste omgangsvormen leerden, maar ze wilden vooral dat wij onszelf waren en gelukkig zouden worden. We waren vrij om te doen waar we ons goed bij voelden.
Vrije expressie
Ik heb de Havo gedaan aan het D’Oultremont college in Drunen. In mijn tienerjaren paste ik geregeld op de kleintjes uit de buurt. Ik wist daarom al gauw dat ik met kinderen wilde werken. Verloskundige leek me een prachtig beroep, maar dat is het dus niet geworden. Uiteindelijk ben ik in de voetsporen van mijn vader getreden en ben ik de Pabo gaan doen. Mijn grote passie in die tijd was dansen. Daar was ik enorm fanatiek in. 5 keer per week was ik met dansen bezig. Ik deed moderne en klassieke dans en hip-hop en gaf peuter-kleuter danslessen. Ik vond het allemaal even geweldig om te doen. In mijn werk heb ik daar nu nog steeds plezier van. Ik zing en dans met leerlingen en geef dramalessen. Wat we in de dramalessen doen, is vaak een scène improviseren, een voordracht geven of het uitbeelden van een opdracht op een kaartje. De musical einde groep 8, dat is voor mij het mooiste evenement van het jaar. Ik zit elke woensdagavond op theaterles in het Centrum voor Amateurkunst. Daar haal ik veel inspiratie vandaan en natuurlijk ook via Google.
‘Ik zoek originele manieren om lessen te verduidelijken’
Lessen leuker maken
Wat ik meeneem in het team en in mijn werk, is in ieder geval mijn creativiteit, maar ook mijn gevoel voor een veilig pedagogisch klimaat in de klas. Ik wil dat ieder kind zich gezin voelt. Interesse tonen in de leefwereld van kinderen vind ik belangrijk. Wat ik volgens mij ook breng, is enthousiasme en mijn drive om mijn lessen altijd iets extra’s mee te geven. Ik besteed best veel aandacht aan de voorbereiding van lessen, maak mijn eigen presentaties en filmpjes. De lessen een beetje pimpen, zeg maar. Ik probeer het een leuk sausje te geven, zodat kinderen extra gemotiveerd zijn om te leren en dat leerstof op die manier beter blijft hangen. Kinderen onthouden beter wat ze leren, als je het beeldend maakt bijvoorbeeld. Zo heb ik voor het spelling ezelsbruggetje een afbeelding van een ‘Fokschaap’ gemaakt met een sexy bikini aan en lippenstift op. Ik zoek originele manieren om lessen te verduidelijken.
Oog voor het kind
Over het pedagogisch klimaat had ik het eerder al. Ik besteed veel aandacht aan leerling gedrag. Als er iets voorvalt dat niet door de beugel kan, dan bespreken we dat met elkaar. Ik vind het belangrijk om alles in openheid uit te spreken. Dat je zaken niet onder de mat veegt. Het is niet zo dat we hier op school een groot verschil hebben tussen de aanpak van mannelijke en vrouwelijke leraren. Ik zie in dat een mannelijke leerkracht een ander rolmodel kan zijn voor jongens, zeker als het gaat om stoeien en fysieke grenzen verkennen. Maar we zien hier allemaal wat een kind nodig heeft. Dus als sommige kinderen hun energie kwijt moeten, laten we de teugels ook vieren. Het is voor mij heel belangrijk om een goede relatie met kinderen te bouwen. Ik geloof dat ze daardoor beter presteren. Soms moet je een oogje dicht knijpen. Ik had een keer een jongen die over de grenzen ging, die iets te agressief was met voetballen. Ik sprak hem daarop aan en zei dat hij twee dagen niet naar het veldje mocht. De tweede dag kwam hij naar me toe en vroeg: kan ik met jou een omkoop-regeling treffen? Jij krijgt van mij een chocolade letter en dan mag ik naar het veldje. Ja, daar had ik niet van terug. Daar had hij zo goed over nagedacht dat ik het wel moest belonen. Zoiets bespreek ik ook met de groep, zodat we daar samen in beslissen.
Groeien in vertrouwen
Nu ik wat meer ervaring heb als leraar, kan ik me meer richten op de pedagogische kant van het vak dan in mijn begintijd. Tijdens mijn afstudeerstage in Oisterwijk had ik een pittige groep en stond ik er grotendeels alleen voor. Nadat ik mijn diploma had gehaald ben ik eerst een paar maanden naar Afrika gegaan. Bij terugkomst ben ik gestart op de Kikkenduut. Dat was wennen, maar ook een heel fijne tijd. Dat eerste half jaar deed ik nog samen met een andere leerkracht, maar het daaropvolgende schooljaar kreeg ik voor het eerst de volledige verantwoordelijkheid voor groep 6. Mijn allereerste fulltime jaar was echt een van de leukste jaren tot nu toe. Ik zat in een bubbel, ik mocht alles zelf bepalen. Ik vond het fantastisch om mijn eigen rooster te maken, te ervaren dat het goed ging met de kinderen en dat ik eigen regie had over mijn aanpak. Het was een bevestiging dat ik de goede keuze had gemaakt. En dat werd nog eens onderstreept door de feedback van collega’s, ouders en directie. Ik groeide steeds verder in het vak en kreeg steeds meer vertrouwen.
Breder ontwikkelen
Ik vind het leuk dat je als competente leraar jezelf kan ontwikkelen op andere gebieden. Dat heb ik de afgelopen jaren opgepakt. Met name op leesgebied heb ik me verder ontwikkeld. Ik ben nu leescoördinator op school. Dat betekent dat ik adviseer over de leesmethodiek en het leesbeleid op school en over de zorg-aanpak in leeseducatie. Leesvaardigheid en zeker begrijpend lezen is enorm belangrijk voor het latere schoolsucces van leerlingen. Wat ik tof vind, is dat ik vrijgeroosterd word om te verkennen hoe collega’s het leesonderwijs inrichten. Ik werk samen met de bibliotheek, met lees professionals van Fontys en met de intern begeleider van school. Daarnaast vind ik het erg leuk om stagiaires van de Pabo te begeleiden.
Geluksmomenten
Leren hoeft niet altijd leuk te zijn, maar ik geloof er wel in dat spelenderwijs leren heel effectief kan zijn. Dat kan op een subtiele manier. Een werkblad werkwoord-spelling met de eigen naam daarop vermeld is voor kinderen al een impuls om ermee aan de slag te willen gaan. De highlights in een werkdag zitten voor mij in de eureka momenten en in de werksfeer, dat kinderen na een pauze meteen de draad weer oppakken en zin hebben om met de leerstof verder te gaan. Ik spreek mijn verwachtingen uit over de doelen en weet dat ik ze prima zelfstandig kan laten werken. Dat gaat niet vanzelf, want daar heb ik behoorlijk veel tijd in geïnvesteerd. Dat klassenmanagement is iets waar je als beginnende leraar nog even moeite mee kan hebben. Wat me blij maakt, is als ik zie dat kinderen elkaar helpen, dat ze waardering uitspreken, naar elkaar en naar mij. Ik kan helemaal trots zijn als kinderen een presentatie geven en daar iets bijzonders van gemaakt hebben.
‘Naar mijn idee zouden kinderen een zo fijn mogelijke plek moeten vinden na groep 8’
Hart werk
Het vak leraar is enorm dankbaar, maar je moet ook voor lief nemen dat het werk behoorlijk wat tijd vergt. In de lessen voorbereiding, maar vooral in overlegmomenten met collega’s en ouders. Gesprekken met ouders gaan over het sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen, niet alleen door wat er op school gebeurt, maar ook daarbuiten. Ouders hebben soms ook bepaalde verwachtingen die niet altijd even haalbaar zijn. Er kan verschil van mening zijn over extra huiswerkbegeleiding of over het schooladvies voor het vervolgonderwijs. Daar moet je je weg in vinden. Naar mijn idee zouden kinderen een zo fijn mogelijke plek moeten vinden na groep 8. Dat hoeft niet meteen het hoogst haalbare te zijn. Buiten de extra tijdsinvestering die hiermee gemoeid is, geldt dat we vanuit onze stichting bezig zijn met een traject dat ‘high performing schools’ heet. Dat betekent dat we focussen op talent en kwaliteit van de professional. Waar blink jij in uit en hoe kan dat het team sterker maken? Daar hoort bij dat je jezelf leert kennen, dat we de inhoud centraal stellen en het aanbod zoveel mogelijk op maat maken voor kinderen. We verdelen de specifieke speerpunten in het team en zijn ieder verantwoordelijk voor het grondig onderzoeken daarvan.
Mijn wensen
Wat ik voor de toekomst zou willen, is misschien de teamleider rol, waarin ik kan coachen en het MT kan ondersteunen. Ook een deeltijd functie bij de Pabo lijkt me wel wat. Ik zou mijn groep eigenlijk niet op willen geven, maar meer wisselwerking tussen praktijk en theorie zou volgens mij de kwaliteit van het onderwijs ten goede kunnen komen.
Nieuwe collega?
Ga je bij ons op school solliciteren, dan zou je in ieder geval de kinderen goed in beeld moeten krijgen en natuurlijk een passie moeten hebben voor onderwijs en ontwikkeling. Je moet het leuk vinden om er vol voor te gaan, om iets extra’s te brengen en je onderwijs speciaal en uitnodigend te maken.