Leerkracht Speciaal Onderwijs bij De Bodde
Mirthe Lambregts
‘Waar anderen een belemmering zien, zie ik de mogelijkheden’
Mirthe heeft geen rechtstreekse route naar het onderwijs genomen. Het leek haar aanvankelijk geen aanlokkelijk toekomstbeeld. En bovendien kreeg ze van huis uit mee hoe dankbaar het was om voor anderen te zorgen. Een opleiding in de hulpverlening lag meer voor de hand. Toch kwam Mirthe uiteindelijk voor de klas te staan en combineerde ze het beste van twee werelden.
Losse teugels
Mirthe: ‘Ik ben de middelste in ons gezin. Ik heb een oudere broer en een jonger zusje. Ik kom uit een heel warm gezin. Mijn ouders waren en zijn er altijd voor ons. Heel ondersteunend. Mijn vader had eerst een veeteelt boerderij en werkt nu in de technische dienst. Mijn moeder werkt in de ouderenzorg. We mochten als kind heel veel, mijn ouders wilden het ons altijd naar onze zin maken en deden dan ook alles voor ons.
Zorgzaamheid
Thuis was de sfeer heel open en eerlijk. We konden alles bespreken met onze ouders. Ze zijn nog steeds heel betrokken en geïnteresseerd. Ze zijn er altijd voor ons en luisteren naar wat wij als kinderen te vertellen hebben. Ook de band met mijn broer en zusje is heel fijn. We kunnen bij elkaar terecht als dat nodig is. Ik besef dat zo’n thuisomgeving niet vanzelfsprekend is. De zorgzaamheid van mijn ouders waardeer ik enorm. Dat heb ik altijd gedaan, maar dat besef ik ook steeds meer nu ik ouder word. Zolang ik thuis woonde, zat mijn vader bijvoorbeeld tot in de kleine uurtjes op mij te wachten als ik erop uit was. We woonden buiten het dorp, dus ik moest ook geregeld een stukje alleen fietsen. De communicatie met mijn ouders was daarin erg belangrijk. Mijn ouders stonden erop dat ik liet weten als ik zou vertrekken. Die ervaringen – dat communiceren en rekening houden met gevoelens van de ander zo belangrijk is – zijn misschien wel de reden waarom ik daar nu zo alert op ben.
‘Dat spreekt mij erg aan: onderdeel zijn van de groep en kinderen begeleiden in hun proces’
Tegenbeeld
Van mijn basisschooltijd in Esbeek herinner ik me vooral dat ik het leuk vond om bezig te zijn met creatieve vakken en met sportactiviteiten, vakken waarin ik zelf actief bezig mocht zijn. Het was een kleine gemoedelijke school, maar ik herinner me nog dat we ook vaak lang zaten te luisteren naar de leerkracht. Dat is waarschijnlijk ook de reden geweest waarom het vak leerkracht in eerste instantie niet mijn keuze was. Gelukkig is het onderwijs tegenwoordig anders, leren kinderen meer door zelf te ontdekken en te doen. Dat spreekt mij erg aan: onderdeel zijn van de groep en kinderen begeleiden in hun proces.
Keerpunt
Ik had eerst geen idee wat ik wilde worden. Ik ging wel eens naar oriëntatie beurzen en deed testen. Daaruit kwam dan ook wel eens het vak sportdocent naar voren, maar dat herinnerde mij teveel aan dat beeld van vroeger. Voor een groep staan, veel praten. Dat sprak me niet aan. Ik dacht wel in de voetsporen van mijn moeder te treden, om iets in de zorg te gaan doen. Wat me daarin aansprak, was dat je met allerlei verschillende doelgroepen kon gaan werken. Na de Havo ging ik sociaal pedagogische hulpverlening doen bij Avans, maar dat bleek te hoog gegrepen op dat moment. Ik maakte na een jaar de overstap naar MBO maatschappelijke zorg met het idee om daarna weer de HBO opleiding op te pakken. Het liep echter iets anders, want tijdens mijn stage bij De Bodde veranderde mijn beeld van het onderwijs 180 graden. Op die school viel alles op zijn plek. Dat was een keerpunt voor me. Ik heb vervolgens mijn MBO opleiding afgemaakt, met stages bij De Hondsberg en het RIBW, maar ik wist op dat moment dat het speciaal onderwijs mijn weg zou worden.
Wat heb jij nodig?
Ik werd vooral geraakt door de volledige aandacht die ik bij De Bodde kreeg. Ik kwam daar binnen en het team was vanaf het eerste moment voor mij aanwezig. Ik werd meteen bij alles betrokken en voelde me ontzettend welkom. Toen ik mee ging draaien in de groepen, merkte ik hoe dankbaar het werk is. Als je kinderen een veilige omgeving biedt en ze hebben het vertrouwen om te ontwikkelen, dan maken ze ook vorderingen. Dat kunnen kleine stapjes zijn, maar het is desondanks een grote vooruitgang. Wat ik ook fijn vind in het speciaal onderwijs is de persoonlijke aandacht en begeleiding van kinderen. Wat heb jij op dit moment van mij nodig om te kunnen ontwikkelen? Ik heb nu een reguliere groep, waarbij ik ook wat activiteiten voor de hele groep kan aanbieden. In een zorggroep, waar meer kinderen zitten met autisme spectrum stoornis zijn de lessen meer individueel georganiseerd.
Ontwikkeling ondersteunen
Naar mijn idee maken kinderen voortdurend vorderingen. Ik geef les aan jonge kinderen van 5 à 6 jaar. Een duidelijke vordering is bijvoorbeeld als kinderen binnen komen en weinig gesproken taal laten horen en ze na verloop van tijd korte zinnen spreken. Dat zijn flinke stappen. Dat is mogelijk omdat we vertrouwen en veiligheid bieden. En omdat we ouders en verzorgers betrekken bij de ontwikkeling van kinderen. Ik vind het belangrijk om eerst een relatie op te bouwen en daarna pas vragen te stellen. In mijn communicatie met ouders en verzorgers geef ik vaak eerst aan wat ik zie bij het kind, waarna we samen sparren over de begeleiding die het kind op dat moment nodig heeft. Het creëren van een gevoel van samen vind ik daarbij erg belangrijk. Vanuit het gemeenschappelijke belang de ontwikkeling van kinderen versterken.
‘Mijn huidige hulpvraag is hoe ik orde kan houden en tegelijk het enthousiasme van kinderen kan bewaren’
Sterker staan
Wat kenmerkend is voor De Bodde is dat ieder teamlid zich verantwoordelijk voelt voor ieder kind. In dit eerste jaar word ik intensief begeleid. Ik heb een mentor waar ik met mijn vragen terecht kan. Er is een LB’er die me ondersteunt en ik krijg op vaste momenten begeleiding van De Kracht, het expertisecentrum van Biezonderwijs. Ik weet nog dat ik de eerste weken om me heen heb gekeken en heel nieuwsgierig was. Ik vroeg me af wat kinderen lieten zien in hun gedrag, wat er achter het gedrag zit, hoe je daarop inspeelt en waarom je bepaalde keuzes maakt. Mijn huidige hulpvraag is hoe ik orde kan houden en tegelijk het enthousiasme van kinderen kan bewaren. Voor de toekomst wil ik meer kennis krijgen van zorg- en ondersteuningsbehoeften van kinderen, mijn professionaliteit als leerkracht versterken. Op de Pabo word je niet zo concreet voorbereid op werken in het speciaal onderwijs. Dat leer je vooral in de praktijk. Omgaan met verschillende gedragingen en wat daar achter zit. In principe zou je daar de master Educational Needs voor moeten volgen. Dat wil ik dan ook graag gaan doen.
Meer mogelijk maken
Ik zou willen dat kinderen thuisnabij de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, dat ze in de eigen wijk onderwijs kunnen krijgen en met hun eigen vriendjes kunnen spelen. Ik denk dat er op reguliere scholen iemand moet zijn die de juiste kennis heeft van ondersteuningsbehoefte. Met wat extra handen moet het volgens mij mogelijk zijn om het onderwijs passend te maken. Het kan natuurlijk alleen in die gevallen dat kinderen wel redelijk meekunnen met de groep en maar op een paar vlakken extra ondersteuning nodig hebben. Als de leerroutes te individueel worden, is speciaal onderwijs de beste oplossing. In de groepen waar ik werk, is taligheid vaak een probleem. Niet alleen bij de kinderen, ook bij de ouders. Daarom doen wij veel met gebaren en mimiek, met stemgeluid en het uitdrukken van emoties.
Welgemeende pluim
Ik wil nog benadrukken dat ik me ontzettend thuis voel bij Biezonderwijs als werkgever. Ze maken waar wat ze beloven. De waarden die beschreven staan in het nieuwe koersplan herken ik in de praktijk: ontwikkeling, vertrouwen en samen. Dat zijn niet alleen woorden, ik voel dat in alles terug.