Bevlogen leerkracht
Marleen Roovers
‘Kinderen groeien als je hoge positieve verwachtingen uitspreekt’
Marleen is leerkracht op basisschool Don Sarto in Tilburg Zuid, een school met een zeer diverse leerling populatie. Het creëren van gelijke kansen in ongelijkwaardige omstandigheden is een van de belangrijke speerpunten van de school. En dat is precies waarom Marleen zich op deze school zo thuis voelt. Haar drive is om alle kinderen een maximale basis voor ontwikkeling mee te geven, ongeacht waar ze vandaan komen.
Waar ik energie van krijg, is dat ik het verschil kan maken voor kinderen. Het is zo fantastisch als kinderen me om de nek vliegen na de vakantie en laten weten dat ze me hebben gemist. Wij bouwen aan relaties. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar het werkt positief uit voor de resultaten van kinderen. Ik zou niet op een school willen staan waar alles al uitgestippeld en voorspelbaar is.
Onderwijsfamilie
Marleen: ‘Mijn vader zat vroeger ook in het onderwijs. Hij was een traditionele man die geloofde in een vaste rolverdeling in het gezin. Mijn moeder zorgde dus vanzelfsprekend voor de kinderen, mij en mijn twee jongere broertjes. Ik ben best beschermd opgegroeid, met betrokken ouders die elk weekend meegingen als ik moest hockeyen en als mijn broers een voetbalwedstrijd hadden. We woonden in de Sacramentsparochie en had het naar mijn zin op de basisschool in de buurt. Pas op de middelbare school besefte ik dat ik in mijn vroege jeugd nauwelijks met kinderen in aanraking was geweest met een ander kleurtje. Ik weet nog dat ik ervan onder de indruk was dat het op de middelbare school anders was. En het heeft me later doen besluiten dat mijn eigen kinderen een bredere blik moesten krijgen.
Verstoringen
Tot mijn 17e was thuis voor mij een veilig nest. Dat veranderde echter abrupt. Ik was een harde werker die altijd ijverig haar huiswerk deed. Mijn oudste broer was daar niet zo van. Hij kwam thuis met allerlei vage types en raakte op zijn 16e zwaar verslaafd aan de drugs. Het ging zelfs zover dat hij daarin ging dealen en we ’s nachts om de haverklap werden geconfronteerd met overlast en ingeslagen ramen. Er ontstonden flinke scheuren in de vredige wereld, die ik gewend was. En er ontstonden steeds meer spanningen tussen mijn vader en moeder. Op zondag waren we gewend om bij pa en ma frietjes te komen eten. Als mijn oudste broer er bij was, dan moesten we op eieren lopen. Het minste of geringste kon hem doen ontploffen. De situatie thuis maakte dat ik eerder op kamers ging dan ik eigenlijk van plan was. Ik ging naar de Pabo in Eindhoven, werd verliefd op een jongen uit Tilburg en besloot daarom om mijn kamer in Tilburg aan te houden.
Hard gelag
Op een gegeven moment kreeg mijn vader kanker. Op zijn sterfbed leek hij te weigeren om in te slapen tot mijn broer de volgende dag geweest was. Nog in hetzelfde jaar dat mijn vader stierf kwam mijn broer in een depressie en een jaar later pleegde hij zelfmoord. Nou, toen stond mijn leven behoorlijk op zijn kop. Het was het begin van een proces waarin ik geconfronteerd werd met mijn emoties en op zoek ging naar manieren om daarmee om te gaan. Ik zag hoe mijn moeder gebukt ging onder het leed dat haar was overkomen. Ik ben daarentegen een nuchtere doener, die meteen in de actie schiet. Niet mauwen, maar aanpakken. Maar daardoor stopte ik ook alle gevoelens telkens weg. Naderhand toen ik therapie kreeg, kwam de man met de hamer alsnog. En hoe heftig dat ook was, dat heeft me wel verder geholpen en mijn kijk op de wereld veranderd. Ik hervond mijn balans, leerde ook de kleine dingen te waarderen die zich elke dag aandienen en was beter in staat om mijn grenzen aan te geven. Ik besefte dat ik mezelf niet kon blijven wegcijferen.
Empathie
Door wat ik heb meegemaakt, begrijp ik heel goed hoe kinderen thuis soms behoorlijk veel voor hun kiezen kunnen krijgen, dat ze ervaringen met zich meedragen die eigenlijk niet passen bij hun leeftijd. Mijn levenservaringen gaven me de motivatie om juist voor deze kinderen een veilige basis te creëren. Ik ben ook niet bang om naar ouders open te zijn over wat ik signaleer en wat ik belangrijk vind. Ik merk dat ouders in de gaten hebben dat ik uit ervaring spreek en kunnen het waarderen dat ik van mijn hart geen moordkuil maak. Ze zien dat ik bepaalde zaken niet alleen verstandelijk begrijp, maar ook doorleefd heb. Dat schept een band. Ik heb daarom eigenlijk nooit problemen met ouders. Het is heel gelijkwaardig. Ik deel ook wel eens met kinderen wat ik geleerd heb, uiteraard op hun niveau. Natuurlijk gebeurt er wel eens iets dat spanning oplevert in het team. Dat een ouder het ergens niet mee eens is, en dat soms heel duidelijk laat blijken. Het is superfijn dat we dat met elkaar in het team bespreekbaar maken en elkaar helpen. Je staat er nooit alleen voor. Afhankelijk van wat er speelt, schakelen we extra hulp in, maar het begint altijd bij het goede gesprek blijven voeren.
(Waarde)volle werkdagen
Ik ben naar de Pabo gegaan, omdat ik wist dat ik een opleiding wilde gaan doen die iets met kinderen te maken heeft. Heb nog even overwogen om neonatologie te gaan studeren, maar daar werd ik voor uitgeloot. Toen bedacht ik dat onderwijs eigenlijk wel het beste paste. Niet alleen omdat ik daar in de familie al voorbeelden van zag, maar ook omdat ik mezelf wel voor de klas zag staan. Mijn beeld was aanvankelijk wel wat rooskleuriger dan het in werkelijkheid is. Het is gewoon hard werken. Mensen denken wel eens dat wij om 15.00 uur klaar zijn en naar huis toe kunnen. Dat is dus onzin. Elke dag na school denk ik na over de lessen van de dag erop. Wij zijn op school steeds meer bezig met coöperatief leren en bewegend leren, dat betekent dat ik steeds meer de methode probeer los te laten. Ik denk na wat ik allemaal op die dag klaar moet zetten aan werkvormen en materialen. Als de kinderen naar huis zijn, heb ik overleg met het team, is er een overleg met collega’s van mijn bouw of heb ik een overleg in verband met een leerling waar we zorgen over hebben. Er kunnen bijvoorbeeld vermoedens zijn van een taalstoornis of ad/hd. Daar komt dan iemand van een gespecialiseerde instelling observaties voor doen. Bij elke leerling gaan we op huisbezoek. Dat is zeer waardevol, omdat je dan een veel beter beeld krijgt van wat er thuis speelt.
Leerschool
Als basisschool coach ben ik ambulant en begeleid ik studenten die vanuit de Pabo stage lopen op een school. Ik doe de begeleiding van telkens 3 studenten, dat noemen ze een onderwijsnest bij Fontys. Ik organiseer studie ochtenden om met en van elkaar te leren en bespreek met de studenten welke school hun voorkeur heeft. Als de stage van start is gegaan, begeleid ik de mentoren en organiseer ik intervisie momenten met het team. De praktijk van alledag biedt voldoende stof tot nadenken voor de studenten. Zo hebben we een kindje in de kleutergroep die helemaal niet wil praten. De andere keer is er een kind dat regelmatig opstandig is in de les. Is er sprake van een patroon? Dan moeten we daar iets mee doen. In gesprek met het kind gaan en met de ouders. Ik benoem wat ik zie en wat de consequenties zijn voor het kind zelf. Ouders willen het beste voor hun kind, dus we gaan uit van positieve verwachtingen en zoeken samen naar een oplossing. Stel een kind valt andere kinderen telkens lastig. Dan zeg ik tegen de ouders dat hun kind zich verdrietig gaat voelen, omdat niemand met hem wil spelen.
‘We zien de voordelen van experimenteren en de kansen om talenten te benutten’
Uitproberen wat werkt
Geleidelijk introduceren we steeds meer elementen van thematisch leren in ons onderwijs. Ik zie daar veel voordelen in, omdat kinderen dan meteen ervaren wat je eraan hebt om iets te leren. We zijn met ons team bezig met het uitproberen van nieuwe aanpakken zoals bewegend leren. Dat stuitte in het begin op wat weerstand, omdat sommige collega’s denken dat kinderen hierdoor nog drukker worden. Maar toen we het zijn gaan inzetten, merkten we dat het goed werkt. Ook met een diverse populatie zoals wij die hebben. We zien de voordelen van experimenteren en de kansen om talenten te benutten. Kinderen zijn op die manier veel gemotiveerder om te leren.
Gezonde keuzes
‘Onze school staat in een impulswijk, zoals dat heet. Dat betekent dat we samenwerken met verschillende partners zoals R-Newt om kansen over en weer te versterken. Jongerenwerkers van R-Newt helpen ons met buurtsport, met het verkeersexamen of met het opruimen van de buurt. Ook buitenspel activiteiten of activiteiten met ouderen horen erbij. We streven ernaar dat kinderen gezonde tussendoortjes eten. Minder snoep, meer fruit. Met de gelden van de werkdrukverlaging hebben we een vakdocent gym kunnen aantrekken, die kinderen bewegingslessen geeft.
Samen school
Bijzonder aan onze school is dat de taalschool hier bijna volledig geïntegreerd is. We doen zoveel mogelijk samen. Kinderen uit vluchtelingengebieden doen mee met activiteiten, worden betrokken bij lessen en gaan mee naar uitstapjes, zoals naar het reptielen museum. Het geeft ontzettend veel voldoening om te zien hoe deze kinderen groeien, in vertrouwen, in veiligheid en contact maken.
Welkom
In mijn ideale school zou ik meer handen in de klas willen voor de ondersteuning. Ik zou meer partners de school in willen halen, die gastlessen geven en ik zou meer excursies willen doen naar interessante locaties. Daar hebben we nu vaak niet de mogelijkheden voor. Busvervoer bijvoorbeeld is essentieel om zo’n uitstapje te kunnen doen. Iedereen heeft recht op goed onderwijs en verdient gelijke kansen. Welke rugzak je ook draagt. Het is de taak van de leraar om goed in beeld te hebben hoe het met kinderen gaat. Of een kind wel heeft ontbeten bijvoorbeeld. Wil je komen werken op een school zoals de onze, dan is het handig als je voldoende inlevingsvermogen hebt, dat je pedagogisch sterk bent, dat je kleine stapjes weet te waarderen, dat je hart hebt voor diversiteit en maatschappelijk betrokken bent, dat je je verantwoordelijk voelt voor het geheel en dat je een team player bent.