Pabo University leerkracht, teamcoördinator groep 1/2 en MT lid basisschool Stelaertshoeve
Lisanne Voorn is ambitieus
Over het belang van persoonlijk leiderschap
Ze staat nog maar een paar jaar voor de klas, maar heeft een uitgesproken visie en ambitie als het gaat om de ontwikkeling van kinderen. Al op jonge leeftijd hielp Lisanne met allerlei taakjes in de basisschool in Berke-Enschot waar haar moeder lesgaf. Het onderwijs leek dan ook de vanzelfsprekende en vertrouwde baankeuze. Maar daar was nog eerst een extra zetje voor nodig, want je gaat als jong-volwassene toch niet zomaar in het voetspoor van je moeder treden. Een verhaal over natuurlijk leiderschap en onderbouwd verbeteren van het onderwijs.
Het beste van twee werelden
Na haar vwo studie oriënteerde Lisanne zich eerst in de opleidingen Bestuurskunde en Sociologie, maar na enkele maanden koos ze toch voor de universitaire Pabo in Tilburg. Een nieuwe opleiding die tot stand gekomen is in samenwerking tussen Tilburg University en Fontys Pabo. In 3 jaar tijd rond je dan de Pabo af, inclusief de pré-master op de universiteit. Vanaf het eerste jaar volg je vakken op de universiteit en in het vierde jaar rond je de studie af met een master. Lisanne: ‘Ik koos voor de pre-master Jeugdliteratuur. De master heb ik toen niet afgemaakt, omdat ik direct ben gaan werken. De keuze voor de Stelaertshoeve had te maken met mijn interesse in andere culturen en religies. Daar was ik vanaf de middelbare school al door gefascineerd. Waarom heeft iedere ethnische groep zijn eigen gebruiken en gewoonten?’
‘Ik voel me hier in mijn element’
‘Over de Pabo bestaan nogal wat misvattingen. Ik geef wel eens voorlichting over beroepskeuze voor examen leerlingen van het VWO en dan zeg ik altijd dat je echt niet vanzelfsprekend naar de universiteit hoeft met een vwo diploma. Als je wat praktischer ingesteld bent, is een HBO opleiding vaak veel geschikter. Mijn moeder heeft overigens wel gelijk gekregen. Mijn hart ligt echt bij het onderwijs. Meteen na de start van mijn opleiding wist ik: Dit is het helemaal voor mij. Ik voelde me er meteen thuis. Ik merkte tijdens mijn stage wel dat ik de vertrouwde structuur miste, die ik kende van de school van mijn moeder. Ik hou van overzicht en duidelijkheid, maar ben er inmiddels ook achter dat ik een vernieuwer ben. Zeker binnen mijn team moedig ik collega’s aan om te experimenteren, om te durven falen. Ik wil laten zien wat welke mogelijkheden er zijn in het onderwijs. Juist omdat ik graag wil beargumenteren waarom we bepaalde keuzes maken, ben ik gevraagd om mee te denken over het koersplan van Tangent, de stichting waar we als school deel van uitmaken. Ik geloof in persoonlijk leiderschap. Kritisch kijken naar wat je doet. Wat wil je bereiken en hoe draagt je keuze daaraan bij? Is de energie die je ergens in investeert in verhouding tot wat het oplevert?
‘Ik geloof in persoonlijk leiderschap. Kritisch kijken naar wat je doet.’
Geleidelijk groeien
Werkdruk is deels een gevolg van je keuzes en je aannames. Een daarvan is dat je als leerkracht meteen alles moet kunnen. Dat is niet zo. Geef jezelf de ruimte en tijd om te leren. Bekijk wat haalbaar en realistisch is. Besef dat je niet elke dag alle kinderen kan zien. Het is belangrijk om te kunnen relativeren. Je hebt goede en minder goede dagen. Uiteindelijk gaat het erom dat je geleidelijk stapjes in de goede richting zet en je vakbekwaamheid toeneemt. De verantwoordelijkheid die je voelt, kan zorgen voor een grote druk. Dan is het belangrijk dat je goed ondersteund wordt om je balans te bewaken en stevig in je schoenen te staan. Het helpt zeker als je eerder al ervaring hebt opgedaan met het coachen van kinderen, bijvoorbeeld in een sportvereniging. Het helpt helemaal als je zelf al een natuurlijk overwicht hebt. Maar het belangrijkste is dat je iets met ontwikkeling hebt. Dat is veel bepalender voor je succes dan ‘leuk met kinderen kunnen omgaan’. Wat ik stagiaires nu vertel, is dat ze niet alles hoeven meteen hoeven te kunnen zolang ze maar willen blijven ontwikkelen. Het vak van leraar is iets waar je geleidelijk in moet groeien.’
Waar krijg je energie van?
‘Als ik kinderen zie groeien, als ik zie dat ze iets nieuws uitproberen dat lukt, als ik ze een stap zie maken in hun ontwikkeling. Vanuit mijn rol als MT lid en coördinator onderbouw word ik net zo blij als ik datzelfde bij mijn collega’s ervaar. Wat mij zeker ook energie geeft, is onderwijsvernieuwing. Dat ik iets nieuws uitprobeer en dat collega’s enthousiast zeggen: dit ga ik ook doen. We hebben zo het groepsdoorbrekend rekenen intensiever gemaakt, door dat in een circuit vorm aan te bieden van instructie tot handelend oefenen. Het allerleukste is als collega’s uit zichzelf met ideeën aankomen en zien dat verbeteringen ook effect hebben. Zeker degenen die eerder alles het liefste bij het oude wilden houden.’
Hoe zorg je voor beweging?
‘Door mijn enthousiasme, maar vooral omdat ik een onderbouwd plan maak met een overzicht van alle mogelijke voor- en nadelen. Wat de essentie is en waarom ik vind dat we bepaalde keuzes moeten maken. De uitdaging is om mensen mee te krijgen die juist helemaal niet analytisch ingesteld zijn. Ik volg nu de opleiding Basisbekwaam Schoolleider, waarmee ik mijn ontwikkeling weer een impuls geef. Het mag ook wel eens gezegd worden dat er best mogelijkheden zijn om nieuwe stappen in je carrière te zetten in het onderwijs. Het is niet zo zwart-wit als vaak gedacht wordt.’
Wat is jouw ideaal?
Als ik het voor het zeggen zou hebben, dan zou ik nog meer een school willen creëren die midden in de samenleving staat. Een school die volledig in verbinding staat met de omgeving. Met betekenisvol onderwijs, thematisch en gebaseerd op het echte leven. Laat kinderen maar ervaren hoe leren en leven samenhangen en elkaar versterken. Wederkerig organisaties en instellingen betrekken bij het onderwijs, vanuit wederzijdse afhankelijkheid. Hoe kunnen we een community zijn, niet alleen zo nu en dan in een project maar structureel?
‘Je groeit ervan als je ook feedback krijgt op wat je minder goed afgaat.’
Waar ben je goed in?
Natuurlijk gezag en overwicht hebben. Ik kan ook goed de confrontatie aangaan als het nodig is. Ik vind het prima als ik een afwijkende mening heb en durf daarvoor te gaan staan. Als het moet, ben ik rebels, maar altijd vanuit inhoud. Vanuit mijn waarden en vanuit wat ik samen tot stand wil brengen. Laten we samen kijken hoe het wèl kan.
Hoe heb je de afgelopen periode ervaren?
Toen de scholen dicht moesten, stond ik eerst in de overlevingsstand. We moesten van huis uit werken, het afstandsonderwijs inrichten. We waren al wel digitaal bezig, dus dat was niet het moeilijkste. Toen ik na zo’n 5 weken weer op school kwam en ik zag die lege lokalen, sprongen de tranen in mijn ogen. Ik besefte wat dit voor kinderen moest betekenen. Hoe heftig is het als je als vierjarige in een klap niet meer gewoon kan doen wat je van nature doet. We gaan nu vooral focussen op veiligheid en dan pas weer tot leren komen. Opnieuw aan elkaar wennen. We weten niet precies wat er nodig is. Er is een protocol, maar ik zeg tegen mijn collega’s om vooral eigen grenzen aan te geven en te doen waar ze zich prettig bij voelen. We hoeven die externe goede raad allemaal niet, we kunnen het heel goed zelf bepalen. Wij zijn echt heel goed in staat om te bepalen wat haalbaar of niet haalbaar is.
Wat mis je in het onderwijs?
‘Eerlijk en kritisch zijn naar onszelf en naar elkaar. Dat begint voor mij al op de Pabo. Het helpt niet als je de ander voortdurend in bescherming neemt en onvoldoende de waarheid teruggeeft. Je groeit ervan als je ook feedback krijgt op wat je minder goed afgaat.’
Wat heb je geleerd in de Coronatijd?
‘Dat wij al best goed kunnen inschatten wat kinderen nodig hebben. Dat het niet gaat om het aantal uren in contact zijn, maar om het essentiële eruit halen en daarop afstemmen. Ook het besef wat echt belangrijk is, dat er zoveel meer ontwikkeling is dan waar we ons doorgaans op richten. We beseffen ook dat sommige kinderen misschien geen hele week onderwijs in basisvaardigheden nodig hebben, maar dat ze met de helft kunnen volstaan en dat we de resterende tijd kunnen benutten om andere zaken aan te bieden. Die verschillen zijn nu nog zichtbaarder geworden. Thuisonderwijs is zeker geen uitkomst voor ieder kind. De thuissituatie en de leefwereld van het kind zijn van grote invloed op ontwikkeling. Kinderen ontwikkelen sprongsgewijs en door ervaringen. Het leren zit in tal van kleine dingen; je handen wassen, in de rij staan en wachten op je beurt, ouderen helpen. Niet alleen in spellingregels.’
Hoe ben je begeleid?
‘Vanaf het moment dat ik hier kwam werken, kreeg ik het eerste jaar ondersteuning in de vorm van intervisie en daarnaast kan ik een beroep doen op ervaren collega’s als ik vastloop. Je krijgt wat extra tijd die je niet voor lesgeven hoeft in te vullen. Belangrijke tip voor nieuwkomers is: durf om hulp te vragen. Geef tijdig aan als je ergens mee zit. Je bent geen superheld, maar geef ook niet te snel op.’
Zoek wat bij je past
‘Als je kiest om leraar te worden, dan is het goed om je af te vragen welke visie je zelf hebt op onderwijs. En een school te zoeken waarin je tot je recht komt. Ik heb dat gevonden in de school waar ik nu werk met een brede diversiteit van kinderen en een grote rijkdom aan culturen.’