Student Fontys Hogeschool Kind & Educatie
Lieke van Gorp
‘Je leert gemakkelijker door het aan een ander uit te leggen’
Lieke, 21 jaar, komt uit een gezin waar de zorg voor een ander haar met de paplepel werd ingegoten. Vader werkt in de gehandicaptenzorg en moeder is sociaal werker in de jeugdzorg. Dat ze juf zou worden, wist ze al op jonge leeftijd. Niet alleen omdat ze graag schooltje speelde als kind, maar ook omdat ze het fijn vindt om te regelen en te plannen en om kinderen te helpen om te leren. Iedere dinsdag en woensdag werkt ze op haar stageschool op Kindercampus D’n Hazennest in Tilburg Noord. Op maandag en vrijdag volgt ze online lessen van Fontys Hogeschool Kind & Educatie en op donderdag heeft ze ‘live’ lessen in Tilburg. Lieke: ‘Mijn drive is om kinderen echt te zien en te begrijpen, om samen oplossingen te vinden die passen bij de behoeften van de leerling.’
Schooltje spelen
Ik ben geboren in De Reeshof in Tilburg, waar ik op Montessorischool De Petteflet zat. Ik ging heel graag naar school. In de kleuterklas had ik een juf, die heel lief was maar die ook duidelijk liet weten wat er wel en niet kon. Ze wist mij te troosten als ik verdrietig was, maar bood ook structuur en kaders. Dat vond ik fijn. Toen ik wat ouder was, zag ik haar als voorbeeld. Ik denk dat daar mijn liefde voor het onderwijs begonnen is. Thuis had mijn vader een schoollokaal voor mij ingericht, met een bureau, tafeltjes en een schoolbord. Daar speelde ik dan schooltje, de ene keer met denkbeeldige leerlingen, de andere keer met kinderen uit de buurt of met familie. Vooral rekenles geven vond ik leuk om te doen. En als ik een toets had, ging ik dat voorbereiden door het zogenaamd aan anderen uit te leggen.
Plannen maken
Op het Beatrix college heb ik vmbo-tl gedaan, de 5M richting, waarbij je veel zelf moet plannen en de vrijheid krijgt om zelfstandig te leren. Dat lag mij wel, omdat ik altijd al met het plannen van taken bezig was. Mijn beste vriendin en ik hadden prachtige visioenen om te reizen, als stewardess te vliegen naar tropische bestemmingen. Daarom kozen we voor de opleiding toerisme aan de Rooi Pannen. Dat bleek achteraf toch wat minder rozengeur en maneschijn dan ik van te voren had bedacht. Ik heb stage gelopen op Eindhoven Airport en in een hotel in Breda. Dat was heel onregelmatig werk en bovendien hadden we nauwelijks contact met klanten.
Aanvoelen wat nodig is
Op mijn 18e deed ik toelatingsexamen voor de Pabo, waar ik nu ook de pre-master volg. Dat betekent dat ik na mijn basisdiploma straks een jaar extra doe in deeltijd. Ik heb gekozen voor de master Special Needs. Dat komt onder andere omdat ik wel eens meega met mijn vader naar Amarant, die kinderen met autisme begeleidt. Daar kon ik goed mee omgaan. Mijn vader en moeder zijn gescheiden toen ik 4 was, maar we zijn nog steeds heel close met elkaar als familie. Ik denk met plezier terug aan de uitjes naar opa en oma, de etentjes bij mijn tante. Mijn moeder deed ook altijd actief mee als ik met neefjes en nichtjes speelde. Drie dagen in de week ben ik bij mijn vader, de andere dagen bij mijn moeder. Waar ik ook ben, we hebben veel plezier en de sfeer thuis is heel open. Mijn moeder kan heel goed luisteren en contact maken. Ze is heel begripvol. Mijn vader is ook heel open. Van hem heb ik denk het vermogen om te plannen en grenzen te stellen. Wat ik van thuis uit heb meegekregen, is dat je respectvol met elkaar om moet gaan.
Achter het gedrag kijken
In groep 1/2 waar ik nu sta, wil ik dat ook meegeven aan de kinderen. Als bijvoorbeeld een kindje iets vertelt in de kring, dan wil ik dat het kind zich vrij voelt om te vertellen zonder dat de anderen daar meteen iets van vinden of lacherig gaan doen. Wat ik belangrijk vind, is dat we niet teveel de verschillen benadrukken in de groep. Niet iedereen heeft thuis dezelfde achtergrond of mogelijkheden. Voor mij zijn sociale vaardigheden, het leren omgaan met elkaar, misschien wel de belangrijkste vaardigheden die ik mee wil geven. Ik wil graag hulp geven aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Ik besef ook dat je als leraar daar niet altijd de tijd voor hebt. Het scheelt natuurlijk als je een onderwijsassistent in kan zetten of een stagiaire zoals ik. Wij hebben op school bijvoorbeeld een taalklasje waar kinderen hulp krijgen op hun eigen niveau. Ik vind gedrag van kinderen heel interessant. Proberen te achterhalen wat er achter het zichtbare gedrag zit. Je ontdekt dat alleen door in gesprek te gaan. Dat heb ik zelf ook ervaren. Ik was best faal-angstig vroeger. Ik was vaak ziek als we toetsen hadden. Mijn leraar zag mijn worsteling en gaf me het vertrouwen dat ik het wel kon. Met wat hulp kon ik mijn faalangst toen overwinnen. Ik ben ervan overtuigd dat je als leraar veel invloed hebt en dat je door het geven van veiligheid het verschil kan maken.
‘Als leraar moet je nieuwsgierig zijn naar het welbevinden van het kind’
Oefenen in de praktijk
We hebben een keer op de opleiding een praktijkopdracht gekregen, waarbij we een filmpje te zien kregen over een jongen die telkens door de les heen zit te praten. We kregen de vraag hoe we zo’n situatie zouden oplossen. Ik vind het belangrijk om in zo’n geval eerst met het kind in gesprek te gaan, te informeren hoe het thuis gaat. Misschien is het dan nodig om verder te onderzoeken, misschien ook niet. Ik denk dat ik best goed kan aanvoelen of er wat scheelt. Als leraar moet je nieuwsgierig zijn naar het welbevinden van het kind. Dat hoort ook bij het vak. Het is meer dan lesgeven. Als kinderen zich gezien voelen, kunnen ze ook beter leren.
Samen verantwoordelijk
De eerste stagedag op de Hazennest stelde ik me voor aan de ouders. Dat deed ik om de drempel te verlagen, zodat ze mij gemakkelijker konden benaderen. Ik denk dat je met alle ouders een goede band kunt hebben, zolang je goed kunt onderbouwen waarom je bepaalde keuzes maakt. Als er iets aan de hand is waardoor een kind minder goed leert, worden er ook wel experts ingeschakeld. Die helpen om je als leraar te ondersteunen en om het kind verder te helpen. Wat ik zelf belangrijk vind, is om ouders zoveel mogelijk te betrekken bij de schoolloopbaan van het kind. Op school oefenen we geregeld hoe je een oudergesprek voert. Gelukkig heb ik nog nooit meegemaakt dat ik in een conflict met ouders kwam.
Dankbaar werk
Iedere leeftijdsgroep heeft zijn charme, dus ik zou het prima vinden om van groep te wisselen om de zoveel tijd. Mijn ideaal zou zijn om een kleine klas te hebben, met maximaal 15 leerlingen. Zo kan ik iedereen de volle aandacht geven. In mijn ideale school zouden ook taal- en rekenexperts werken en zouden we regelmatig activiteiten organiseren voor alle groepen. Ik zou kinderen kennis laten maken met elkaars belevingswerelden, zelfstandig leren werken en leren samenwerken. Als leraar heb je een dankbare rol. Ouders vertrouwen hun waardevolste bezit aan je toe. Dat is een betekenisvolle verantwoordelijkheid. Je begeleidt kinderen in een belangrijke fase in hun leven. De ideale wereld bestaat misschien niet, maar we kunnen wel proberen om daar zo veel mogelijk naartoe te werken.