Herintreder
Johan Heeffer
‘Kinderen leren spelenderwijs van wat de natuur te bieden heeft’
Johan Heeffer is een natuurliefhebber en wist al op de kleuterschool dat hij voor de klas wilde gaan staan. Zijn opa was boswachter en nodigde hem geregeld uit om de invloed van de seizoenen op de natuur te bekijken. Hoe de natuur verandert en te zien welke dieren in het bos leven. Johan leerde spelenderwijs wat er te ontdekken viel. Visjes vangen in de Leij, kievitseieren zoeken en beukenootjes rapen. Het bos was zijn speelterrein. Nieuwsgierig naar meer kennis, zocht hij boeken die hem inspireerden en gaf hij graag spreekbeurten over de natuur. ‘Ik wilde steeds meer weten en delen wat ik geleerd had.’ De keuze voor Stanislaus, de toenmalige pedagogische academie, was dan ook geen toeval. Later volgde ik de 2e graads opleiding biologie op het Mollerinstituut.
Mijn voorbeelden
Johan: ‘In mijn lagere schooltijd, waren er nog fraters betrokken bij de school. Ik herinner me nog goed dat we van die fraters geregeld buiten les kregen. Ik herinner me ook Piet Kors, biologieleraar op de PA, die ontzettend veel wist van biologie en daar enthousiast over kon vertellen en mijn catechese leraar Harry van Geene, die een geboren verhalenverteller was. Hun gedrevenheid sterkte me in mijn motivatie om leraar te worden.
Mijn jaren als leraar
In de jaren dat ik voor de klas stond in Goirle heb ik meerdere onderwijsvernieuwingen meegemaakt en ik zorgde ervoor dat het werk afwisselend bleef. Zo gaf ik nooit langer dan 3 jaar les in dezelfde klas. Ik had behoefte aan nieuwe ervaringen. Ik heb zelfs een keer een drievoudige combinatieklas gedraaid. Het was een leuke en leerzame tijd, waarin er ruimte was voor ontwikkeling. Op een gegeven moment wilde ik samen met het team, de leerlingen en ouders een schooltuin ontwikkelen. Het onderhouden van plantjes en kruiden is een mooie les in verantwoordelijkheid nemen en bovendien leren kinderen hoe je zintuigen een rol spelen bij het onderhouden van een tuintje. Hoe een plant aanvoelt, hoe het eruitziet, hoe het ruikt en hoe het proeft. In het begin had elke groep zijn eigen tuintje maar na verloop van tijd bleek het lastig om die in stand te houden. Rond mijn veertigste wilde ik wat meer uitdaging zoeken in de richting van biologie waar mijn hart lag en waarvoor ik was opgeleid. Naarmate ik me meer ging verdiepen in de mogelijkheden, des te meer mijn nieuwe pad duidelijker werd.
‘Ik had behoefte aan nieuwe ervaringen’
Leren van beleving
Ik ging rondkijken en ben uiteindelijk in de wereld van musea terechtgekomen. Nog steeds educatief, maar dan gericht op het thema natuur. Na enkele sollicitaties ben ik bij Naturalis in Leiden aangenomen als educatief medewerker. Ze hadden net een nieuw gebouw en zochten mensen uit het onderwijs om de educatieve afdeling te bemensen. Na een halfjaar werd ik hoofd van die afdeling en kreeg ik de ruimte om eigen programma’s te ontwikkelen, waarbij materialen en beleving centraal stonden. Zo had ik een opdracht voor kinderen waarbij ze ammonieten moesten vrijmaken van aarde om ze daarna te onderzoeken. Als je kinderen unieke ervaringen meegeeft, dan blijven die hen lang bij. Zo deden kinderen mee aan een onderzoek naar braakballen van kerkuilen. Ze plozen de braakballen uit om te kijken wat de uil gegeten had. De botjes en resten werden opgestuurd en de kinderen kregen daarna keurig de uitslag naar school toegestuurd. Ze hielpen dus mee aan een echt onderzoek.
Ruimte voor experiment
Bij natuurlijk ontwikkelen hoort wat mij betreft dat kinderen zo nu en dan vallen en weer opstaan. Dat ze een keer een schrammetje of een blauwe plek oplopen. Tegenwoordig worden kinderen naar mijn idee overmatig beschermd opgevoed. Als je de natuur teveel inperkt, belemmer je een kind om echt kind te zijn. Na 5 jaar Naturalis maakte ik de overstap naar het Natuurmuseum in Tilburg. Ik kwam weer thuis zogezegd. In mijn tijd in Leiden had mijn gezinsleven en sociale leven op een laag pitje gestaan. Dat wilde ik zo niet langer volhouden. In het Natuurmuseum Tilburg kreeg ik de ruimte om tentoonstellingen te ontwikkelen. Van het Natuurmuseum in Maastricht hebben we de tentoonstelling Kikker van Max Velthuis overgenomen en aangepast, wat een groot succes werd. Kinderen kwamen soms ieder week met hun ouders terug. Mijn doel was om de tentoonstellingen voor meerdere doelgroepen interessant te maken. Ik wilde laten zien dat een museum niet alleen maar je verstand aanspreekt, maar ook je emotie, dat je spelenderwijs leert hoe boeiend de natuur kan zijn. Het meest tot de verbeelding sprekend is denk ik wel de OO-zone. Kinderen kunnen met een speciale code kastjes openen, waarin objecten en opdrachten te vinden zijn. Vervolgens kunnen ze luisteren naar verhalen en informatie opzoeken om de opdrachten goed uit te voeren. Vooral het wow effect wat we met OO-zone teweegbrachten was indrukwekkend. Het is digitale geletterdheid en natuureducatie tegelijk. We hebben een tijd moeten uitproberen wat het beste werkte en uiteindelijk heeft dat goed uitgepakt. Uitdaging was om binnen de budgetgrenzen het meest ideale plaatje tot stand te brengen. Dat is gelukt. OO-zone is nog steeds een succes. Educatie is nu volledig geïntegreerd in het museum, een organisch geheel in de route die je doorloopt.
Nieuwe kansen
Op een gegeven moment ben ik helaas overspannen geworden en raakte ik in een persoonlijke crisis. Ik begon overal aan te twijfelen, vooral aan mezelf. Het leek alsof het fundament onder me vandaan getrokken was. Ik merkte dat het me moeite kostte om mijn zelfvertrouwen weer terug te krijgen. In de reïntegratie fase kreeg ik mede door de hulp van een schooldirecteur de kans om na 20 jaar gedeeltelijk terug te keren in het onderwijs. Die kans heb ik aangegrepen. Ik weet dat ik op ICT gebied een achterstand heb op collega’s maar ik breng wel veel didactische en pedagogische ervaring mee. Mijn verwachtingen waren dat ik me meteen weer als een vis in het water zou voelen. De werkelijkheid is iets weerbarstiger. Ik vind het werk ontzettend leuk, maar het heeft tijd nodig om weer krachtig te staan. Op De Borne in de Blaak ben ik coördinator van de moestuin en neem ik als onderwijsondersteuner lessen van collega’s over. Ik neem de kinderen mee naar de moestuin en draai volwaardig mee in het team.
‘Met plezier naar mijn werk gaan, waar ik mezelf terugvind’
Van betekenis zijn
Herintreden is voor mij een zegen, want ik wil absoluut niet stil gaan zitten met de mogelijkheden die ik nog heb. Ik krijg de kans om opnieuw invulling te geven aan mijn passie voor natuur en onderwijs. Dat waardeer ik zeer. Tegelijk kan ik betekenisvol werk doen, omdat ik kinderen en collega’s wat mee kan geven van wat ik van de natuur heb geleerd. Daar doe ik het voor. Met plezier naar mijn werk gaan, waar ik mezelf terugvind. Ik neem een voorbeeld aan de rietstengels langs de oever van de beek. Die buigen mee met de wind, maar breken niet.