Herintreder
Janneke Meeuwis
‘Het gevoel was er meteen weer!’
Janneke is 46 en moeder van 3 opgroeiende kinderen, die nu op de middelbare school zitten. Twaalf jaar geleden besloot ze de deur van haar schoollokaal achter zich dicht te trekken. Niet omdat ze het onderwijs beu was, maar omdat ze tijd wilde hebben om ook andere aspecten van zichzelf te ontwikkelen, met name haar creatieve kwaliteiten. ‘Ik heb bewust voor de Pabo gekozen, maar ik overwoog destijds serieus een opleiding in de richting van kunst en cultuur of grafische vormgeving. Nu besef ik steeds meer dat die werelden prima bij elkaar passen en elkaar versterken.
Wisselspoor
De keuze voor de Pabo was niet zo verwonderlijk. Mijn moeder was onderwijzeres dus was het voor mij een vertrouwde stap. Toch ben ik blij dat ik me ook heb gegund om die andere kanten van mezelf te ontwikkelen. Ik heb de afgelopen jaren een agentschap gerund voor functioneel design. Mooie ontwerpen voor gebruiksvoorwerpen, die ik verkoop aan winkeliers. Denk bijvoorbeeld aan gieters in de vorm van een grote koffiepot. Ik heb ontdekt dat die commerciële wereld net zo goed bij me past als het onderwijs. Het gaat voor mij in essentie om het persoonlijke contact, het oog voor de mens. Verkoop is emotie en enthousiasmeren, je kunnen verplaatsen in de ander.
‘Het gaat mij om het persoonlijk contact’
Zoektocht
Nu de kinderen ouder worden, is voor mij weer een nieuwe fase aangebroken. Het agentschap vraagt nu niet zoveel tijd meer en het onderwijs bleef altijd wel kriebelen. Bovendien besefte ik, als ik nog iets wil, moet ik het nu doen. Dus ben ik me gaan heroriënteren. Geloof me, dat was niet gemakkelijk. Ik heb werkelijk alle mogelijke trefwoorden op Google geprobeerd en ik kwam telkens uit bij commerciële detacheringsbedrijven. Dat vond ik op zijn zachtst gezegd verwonderlijk. Hier zit een herintreder die dolgraag aan het werk wil en ik kan nergens een aanknopingspunt vinden. Daarop ben ik vriendinnen gaan bellen uit mijn Pabo tijd en zo kwam ik uit bij Aline van het regionaal transfercentrum (RTC) Midden Brabant.
Leergierig
Ik vond het best spannend om na zo lange tijd weer de stap naar het onderwijs te zetten. Zeker omdat mijn CV niet heel gemiddeld is en ik al 12 jaar andere dingen had gedaan. Ik moest echt wel over een drempel heen. Ik weet dat mijn bevoegdheid nog geldig is, maar ik vind het geen enkel probleem om mijn kennis bij te spijkeren of een opfriscursus te doen. Wat voor mij daarin meespeelt, is dat ik liefst alles perfect wil doen. De tijden zijn veranderd, de groepen zijn groter, we hebben nu te maken met passend onderwijs en het gaat om de ontwikkeling van jonge kinderen. Daar wil je de juiste keuzes voor maken. Dat is een zware verantwoordelijkheid.
Op mijn plaats
Wat ik fijn vond toen ik voor de invalpool aan de slag ging, was dat ik aan kon geven waar ik wilde werken, voor hoeveel dagen in de week en in welke groep. Mijn voorkeur ligt absoluut bij de kleutergroepen, het jonge kind. Ik kan daar zoveel bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Het is zo ontzettend dankbaar werk. Ik ben zelfs van mening dat juist in de onderbouw de expertise zit om breed naar ontwikkeling te kijken, dat je daar creatief moet zijn en voortdurend moet afstemmen op wat zich aandient in het moment. Ook kun je in de onderbouw de natuurlijke creativiteit van kinderen stimuleren. Dat dreigt in de jaren daarna vaak wat ondergesneeuwd te raken.
Opbouwen
Ik heb gekozen voor langdurige vervanging. Ik werk nu 4 dagen in de week, in dezelfde groep. Die stabiliteit maakt dat ik iets op kan bouwen met de kinderen en het team. Ik voel me rijk als ik mag samenwerken met collega’s die de voormalige KLOS gedaan hebben. Zij hebben zich 4 jaar exclusief kunnen toeleggen op het jonge kind, terwijl dat op de Pabo een specialisatie is. In de tijd van het afstandsonderwijs had ik nog niet zoveel contact met collega’s, maar ik ervaar de school als een heel warm bad. Ik vind het een voorrecht om naast een ervaren leerkracht te staan in de groep. We leren veel van elkaar en nodigen elkaar uit zaken aan te passen, die niet meer werken. Zo hebben we de inlooptijd ’s ochtends verlengd, waarin kinderen met een werkje bezig zijn en is de overgang naar de ‘schooltijd’ minder abrupt.
‘Ik geloof onverminderd dat ik wat toe te voegen heb’
Wat nu belangrijk is
Ik weet heel goed waarom ik ooit was uitgestroomd. En ergens hoopte ik dat ik als het ware herboren en volledig ontspannen weer het onderwijs in zou kunnen stappen. De werkelijkheid is helaas wat anders. Het onderwijs is alleen maar complexer geworden. Desondanks blijf ik onverminderd geloven dat ik wat toe te voegen heb. Bijdragen aan het ontwikkelen van eigen talenten van kinderen, sociale omgangsvormen, samenleven en leren van elkaar. Ik wil vooral dat kinderen ervaren wat ze wél kunnen, waar ze goed in zijn, om van daaruit met vertrouwen een volgende stap te zetten. Ik werk graag met wat zich aandient, waarmee een kind de klas binnenkomt. Dat kan een ervaring zijn van thuis of het schoolplein. Maar ook een regenbui of de gymschoenen die te klein zijn geworden.
Vragen stellen
Wat ik meeneem vanuit mijn ondernemerschap, is dat ik graag met nieuwe ideeën kom, dat ik kritisch ben op wat er beter kan. Moeten we wel een circus thema gaan doen? Is dat nog wel verantwoord? Ik hoef niet persé gelijk te krijgen, maar ik merk dat collega’s meestal wel ontvankelijk zijn voor wat ik ter discussie stel. Zo had het team heel veel werk gestoken in instructieboekjes voor ouders in verband met het thuisonderwijs. Ik was daar sceptisch over, want ik weet dat ouders zich in allerlei bochten moeten wringen om het gezin draaiende te houden. Ik heb geleerd om geen tijd te verliezen, om efficiënt te werken. Ik kan er slecht tegen als er effectieve leertijd verloren gaat door gesjouw met stoeltjes bijvoorbeeld. Ik heb ook geleerd om me te verplaatsen in de ander, om te relativeren, met nuchterheid en humor. Dat zit ook wel in mijn aard, denk ik.
Het goede behouden
In mijn ideale school is er veel aandacht voor wat kinderen nodig hebben, veel ruimte en kleine groepen. De school waar ik werk, komt wel een eind in die richting wat de fysieke omgeving betreft. Het is doordacht vormgegeven vanuit het perspectief van kinderen. Ik vind het prachtig hoe kinderen je verbazen, hoe ze ineens een ontwikkel-sprong maken. Voor mij staat bovenaan dat kinderen gelukkig zijn en tegelijk streef ik ernaar om voortdurend te prikkelen tot ontwikkeling. In mijn werk streef ik graag naar balans tussen traditie en vernieuwing. Koesteren wat zich bewezen heeft en verbeteren wat achterhaald is. Mijn advies aan andere herintreders? Blijf zoeken, wees volhardend en zet je netwerk in. Loop een dag mee op een school en laat je verrassen door de onbevangenheid van kinderen. Dat wist je natuurlijk al, maar het is zo fijn om dat opnieuw te ervaren.’