Bevlogen leraar
Jamy Heslenfeld
‘Samen met de kinderen werken aan een veilige groep, waarin ze leren en ontwikkelen, daar krijg ik energie van’
Jamy werkt inmiddels 14 jaar in het onderwijs, momenteel als leraar van groep 3 bij Basisschool De Vonder in Moergestel. ‘Ik hield er als kind al van om te organiseren en te regelen, om sfeer te maken en iedereen een taakje te geven. Ik vond het vooral leuk om samen dingen voor elkaar te krijgen. Dat was vroeger met klasgenoten al zo en dat is nog steeds het geval. Ik wil samen leren en als groep groeien. Met het team en met de leerlingen waar ik les aan geef.’
Mag ík het doen?
Ik ben geboren in Tilburg en ging naar school op de Gesworen Hoek in De Reeshof (Nu OBS De Fonkel red.) Na verloop van tijd verhuisden we naar Berkel-Enschot. Ik kijk nog steeds met plezier terug op die basisschool periode. Ik ging graag naar school en bleef vaak hangen na de lessen. In de kleuterklas was ik heel verlegen, maar naderhand nam ik steeds meer het voortouw. Toen een leerkracht met pensioen ging, regelde ik in groep 8 een compleet feest met warm en koud buffet. We hadden thuis een vishandel, dus ik wist waar ik het vandaan kon halen. Ik had er plezier in om het iedereen naar de zin te maken en allerlei zaken te regelen.
‘Een groep moet een warm bad zijn’
Groep bouwen
In mijn huidige werk vind ik het ook leuk om de structuur te bepalen, regels met elkaar af te spreken en samen verder te komen. Ik zie de klas en de school als een soort mini bedrijfje. We hebben samen een opdracht en we gaan ervoor. We hebben aandacht voor elkaar en bespreken hoe we het beste de volgende stap kunnen zetten. Het doel is om te ontwikkelen en te leren en waar ik dan vooral blij van word, is de pedagogische kant, de voorwaarden scheppen en een veilige sfeer creëren. Een groep moet een warm bad zijn.
Erbij horen
Als een kind dreigt te worden uitgesloten, ben ik daar extra gevoelig voor. Ik wil dat alle kinderen zich gezien en gehoord voelen. Sommige patronen in de groep kunnen in de weg zitten en daar ga ik dan ook met de kinderen over in gesprek. Ik besef heel goed wat pesten kan doen. Ik heb er zelf als kind aan meegedaan, als meeloper, om niet zelf het mikpunt te zijn. Dat is iets wat je heel veel ziet gebeuren. Op het moment dat ik in de gaten kreeg dat het bewuste meisje in mijn klas het thuis heel moeilijk had, veranderde mijn houding acuut en ook die van mijn klasgenoten. We hebben toen als vriendinnen een statement gemaakt en ik heb mijzelf beloofd om pestgedrag nooit meer te accepteren. Het zal er wel mee te maken hebben dat ik nu vertrouwenspersoon van school ben en coördinator van de Kanjertrainingen (gericht op onderling vertrouwen en sociale veiligheid).
Verder groeien
Het onderwijs is een domein waar ik me helemaal op mijn plaats voel. Ik kan hier van betekenis zijn. Mijn kwaliteiten op een natuurlijke manier toepassen. Dan gaat het onder andere over kinderen weerbaar maken, zorgen dat ze een goed zelfbeeld hebben en met elkaar leren samenwerken. Toen ik na mijn Mavo een opleiding moest kiezen, werd het eerst Sociaal Pedagogisch Werk aan het ROC, maar al gauw merkte ik dat ik de verkeerde keuze had gemaakt. Ik wilde met kinderen werken, dus besloot ik de switch te maken naar de opleiding Onderwijsassistent. Daar plakte ik vervolgens 3 jaar Pabo aan vast. Zelf twijfelde ik of ik dat wel aankon, maar overal waar ik stage liep moedigden ze me aan om het zeker te doen. Ze zagen me blijkbaar al voor de klas staan. Gelukkig heb ik daarnaar geluisterd. Omdat ik na een tijdje verdere verdieping wilde, heb ik ook nog mijn master SEN gehaald. Uiteindelijk kom ik zo toch waar ik zijn moet. Ik maak graag af waar ik aan begin, maar met de opleiding Middenmanagement ben ik gestopt. Het was een compliment dat de toenmalige directeur mij in een leidinggevende rol zag, maar ik ben een mens van de praktijk, niet van beleid maken. Die opleiding was voor mij te theoretisch.
Natuurlijk gezag
Dat de werkdruk bij tijd en wijle groot is, wist ik al. Ik had immers al stages gelopen als onderwijsassistent. Je staat immers niet alleen voor de klas. Je moet ook lessen voorbereiden, werk nakijken, rapporten maken en oudergesprekken voeren. Dat hoort er voor mij gewoon bij. Ik hoor wel eens terug dat jonge leerkrachten het contact met ouders ingewikkeld vinden. Voor mij gaat dat vanzelf. Ik denk omdat ik veel energie steek in de relatie. Ik laat merken dat ik kinderen ècht zie, ik informeer ouders en houd hen op de hoogte van ontwikkelingen, de pluspunten en de verbeterpunten. Ik merk dat ik daardoor gemakkelijk vertrouwen krijg. Ik trek duidelijk een professionele grens en maak ouders mede verantwoordelijk. Kinderen komen hier op school ook mee met de oudergesprekken. Het helpt als je als leraar een soort natuurlijke autoriteit uitstraalt. Dan maak je goed contact en bewaak je tegelijk je grenzen. Ik wist eerst niet dat ik het kon, totdat ik het ging doen.
Elkaar inspireren
Van wie ik veel heb geleerd is Bregje Klinckenberg, onze intern begeleider. Zij is een voorbeeld voor me vanaf mijn eerste stage in groep 3. Met veel humor, bevlogenheid en deskundigheid. Ze is een rolmodel voor me waar ik veel aan heb gehad. Ik kan haar nog steeds om advies vragen als ik dat nodig heb. Andersom komen de nieuwe leerkrachten vaak naar mij toe met hun vragen. Dat vind ik net zo waardevol. Het is fijn om de rol van leerling en meester af te wisselen zo nu en dan.
Betekenisvol leren
Waar we volgens mij naartoe moeten in het onderwijs is dat we kennisvakken meer gaan verbinden met thematisch werken. We hebben op school nog een afzonderlijk taal- en rekenaanbod, maar we zoeken steeds meer de verbinding met thema’s. We noemen dat Vonderwijs. Daarmee willen we leerlingen meer in hun kracht zetten. We bedenken een thema met een startactiviteit, zoals Feest. Daar hoort eten vanzelfsprekend bij. Ik had allerlei keukengerei van thuis meegenomen naar school. Dat stalde ik op tafel uit en er ontstond meteen een hele discussie over waar die spullen voor bestemd waren. Vervolgens gingen kinderen aan de slag om een eigen restaurant op te zetten. Wat weten we er al van? Wat komt er bij kijken? Wat hebben we dan nodig? We zijn in een restaurant in Moergestel gaan kijken in de keuken. Kinderen bogen zich over de inrichting van het restaurant, maakten menukaarten, oefenden met mise-en-place, koken, tafel dekken, uitserveren. In verschillende shifts kwamen ouders eten en iedereen had een eigen rol. Bij het aannemen van de jassen, bij de kassa en noem maar op. En die rollen wisselden we per dag, zodat ze kennis konden maken met meerdere facetten van een restaurant. Op die manier waren kinderen op een speelse en betekenisvolle manier bezig met taal en rekenen en leerden ze ondertussen nog veel meer. Dergelijke projecten zijn voor ons als team ook nog wennen. We leren steeds beter hoe je leuke activiteiten kan koppelen aan leerdoelen en tegelijk leren we hoe we de onderlinge samenwerking kunnen versterken. Mét en van elkaar leren, elkaars expertises benutten, dat is waar we de komende tijd meer op gaan inzetten.
‘Je moet als leraar eigenlijk altijd in het hier en nu zijn’
In de kern
Ik wil een juf zijn die kinderen zich nog herinneren als ze straks op de middelbare school zitten. Dat betekent dat ik 100% aanwezig moet zijn en volledige aandacht moet hebben voor wat een kind nodig heeft. Je moet als leraar eigenlijk altijd in het ‘hier en nu’ zijn. Voor mij is een belangrijk inzicht dat een kind al af is. Het wezen verandert niet. Wat je ziet in de kleuterbouw herken je nog heel goed terug als datzelfde kind op kamp gaat in groep 8. Laat mij dus maar lekker in de groep staan. Mijn ambitie is niet om hogerop te komen, maar om een steeds betere leerkracht te worden. En ja, sociale veiligheid blijft wel mijn aandacht hebben.