Onderwijsassistent De Elzen
Femke Verlaan
‘Ik wil een veilige haven creëren voor kinderen, van waaruit ze de wereld kunnen verkennen’
Stel je hebt een baan als onderwijsassistent en je hebt het prima naar je zin. Je geniet van de onbevangenheid van kinderen, je ondersteunt de groepsleerkracht en aan het eind van de werkdag pak je je tas en ga je blij naar huis. ‘Hou doe allemaal en tot morgen’. Dat is een ritme dat je best een tijd vol zou kunnen houden. Voor Femke was er helemaal niets mis met dat vooruitzicht, maar ergens begon het verlangen te groeien naar een eigen groep, meer verantwoordelijkheid voor het leren en ontwikkelen van kinderen. Zo kwam het dat Femke zich inschreef voor de deeltijd opleiding ‘Leraar basisonderwijs’ bij Fontys. ‘Ik ervaar dat mijn pedagogische vaardigheden van nature al aanwezig zijn. Nu wil ik mijn didactische kwaliteiten verder versterken, zodat ik straks zelfstandig een groep kan draaien.’
Buitenspel
Femke: ‘Ik ben geboren in Heerlen, waar ik tot en met groep 3 naar de basisschool ging. Daarna verhuisden mijn ouders naar Oisterwijk, omdat mijn vader een andere baan kreeg. Zo kwam ik als Limburgs meisje ineens op De Bunders terecht. Tussen kinderen waarbij ik me niet altijd even fijn voelde en die me geregeld buitensloten. Of het nu door mijn accent kwam of omdat mijn ouders geen grootverdieners waren, feit was dat ik het lastig vond in die tijd en me niet geaccepteerd voelde. Misschien was het vanwege al die oordelen die ik voelde van leeftijdgenoten, dat ik liever met jongere kinderen speelde. Ik denk dat daar mijn eerste gedachten ontstaan zijn om later in het onderwijs te willen werken. Wat ik leuk vind aan jonge kinderen, is dat ze zo heerlijk zichzelf zijn. Ze hebben veel fantasie en reageren ongedwongen en echt. In groep 3/4 kun je ook steeds meer humor inzetten, waarmee je kinderen op een luchtige manier kan activeren.’
Kaders
Thuis had ik het goed. Mijn ouders zorgden voor geborgenheid en warmte en hebben me altijd voorgehouden hoe belangrijk het is om eerlijk en oprecht te zijn. Ik had een vriendin uit de buurt met wie ik hutten bouwde. Ik wilde de ene keer dat stoere meisje zijn, maar de andere dag was ik weer bezig met nagellak en maskertjes maken. Ik was zelf behoorlijk braaf, maar keek wel op tegen meiden die heel cool waren en die grenzen durfden op te zoeken.
‘Sociale veiligheid is voor mij super belangrijk’
Veilige haven
Op de Pabo had ik laatst een competentiegericht interview en daaruit bleek dat ik in de eerste plaats een veilige haven voor kinderen wil creëren. Van daaruit kun je dan verder ontdekken en verkennen. Ik had voor die opdracht echte bootjes gemaakt. Die stonden voor de kinderen in mijn groep. Ik was de havenmeester, die ervoor zorgt dat alle kinderen gezien worden en persoonlijke aandacht krijgen als dat nodig is. Die metafoor zegt veel over wie ik ben en hoe ik mijn werk sta. Sociale veiligheid is voor mij super belangrijk. Het raakt me als kinderen liegen of als ze een ander buitensluiten.
Kinderen zien
Ik loop stage op basisschool De Stappen en ik werk als onderwijsassistent op Montessorischool De Elzen. Dat zijn twee behoorlijk verschillende scholen. Als er iets speelt in de groep, als een kind opmerkelijk gedrag vertoont, dan zou mijn eerste impuls zijn om met dat kind even afzonderlijk in gesprek te gaan. In mijn huidige baan, is het meestal zo dat ik via de leerkracht al geïnformeerd ben wat er aan de hand is. Dat hoef ik nu niet zelf uit te zoeken. Laatst hadden we een kind met hechtingsproblematiek, die in grote groepen zoals op de speelplaats overprikkeld raakt. In de pauzes ga ik dan nu met hem naar de speelzaal waar hij in een kleinere groep mee kan doen. Ik vind gedrag van kinderen mega interessant. Ik denk dat je met pedagogiek echt het verschil kan maken.
Vrij voelen
Ik heb de ROC opleiding onderwijsassistent gedaan. Voor mijn afstuderen heb ik toen stage gelopen bij De Elzen, waar ik nu werk. De opleiding was niet heel moeilijk, wel heel leuk. Ik ben iemand die in de praktijk veel leert, ik leer door te ervaren en te doen. Daarom ben ik geen Havo gaan doen, maar wilde ik concreet aan de slag. Nu op de Pabo vind ik de theorie soms wel lastig. En ook rekenen vind ik zwaar. Daar ben ik trouwens heel open over tegen de kinderen in de klas. Als we de tafel van 12 gaan oefenen, zeg ik erbij dat ik zelf ook nog fouten kan maken. Ik vind ook dat kinderen die vrijheid moeten voelen, dat het niet uitmaakt als je een keer iets niet weet. Ik vind het belangrijk dat kinderen zich prettig voelen en goed in hun vel zitten. Dat is wat ik vooral wil bereiken.
Faalangst is iets wat ik zelf nog wel kan hebben in het dagelijks leven, maar in mijn werk heb ik dat veel minder. Het weerhoudt me in ieder geval niet om nu mijn lesbevoegdheid te halen.
Verantwoordelijk zijn
Het grote verschil met onderwijsassistent is dat je als leraar de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de groep. Nu ondersteun en ont-zorg ik de leerkracht wel tijdens en na de lessen, maar ik hoef nu zelf geen lessen voor te bereiden en ik hoef ook niet met ouders in gesprek te gaan. Als ik straks start-bekwaam leraar ben, denk ik dat de onderbouw en middenbouw het meest bij mij passen. Het zal deels ook te maken hebben met mijn eigen veilige haven, die ik zoek. Wat dat aangaat, is het team van De Elzen voor mij ook een warm nest. Collega’s waarderen wat ik doe en bieden hulp bij mijn studie opdrachten. Ik heb het gevoel dat ik er helemaal bij hoor. Daarbij komt dat ik zelf ook het initiatief neem om aan te sluiten bij een teamactiviteit als ik denk dat ik daar voordeel van kan hebben.
Blijven leren
Ik krijg er energie van als ik zie dat kinderen vooruit gaan, als begeleiding effect heeft. Mijn insteek is om altijd te zoeken naar een oplossing. Ik ben positief en probeer dat vertrouwen uit te stralen. Naar kinderen, collega’s en ouders. Wat ik volgens mij ook van nature heb, is een zekere rust. Ik ben vrolijk, maar ook streng als dat nodig is. Kinderen weten waar mijn grenzen liggen, omdat ik uitleg waarom ik dat belangrijk vind. Als het gaat om pedagogisch gedrag doe ik dat nu grotendeels intuïtief. Op de Pabo moet ik onderbouwen waarom ik bepaalde keuzes maak. Moet ik de praktijk terugvertalen naar de theorie als het ware. Dat vind ik nog wel lastig. Maar ik wil hoe dan ook volwaardig leraar worden en leren hoe ik de leerstof op een effectieve en leuke manier kan overdragen. Als startende leerkracht is het fijn als je met je vragen terecht kan bij elkaar, om een keer bij een ander in de klas te kijken. Ik geloof dat we ook tussen de scholen veel van elkaar zouden kunnen leren. Ik zag laatst hoe een leerkracht op De Stappen een dictee gaf met behulp van een dartbord. Dat vond ik een fantastische manier om kinderen te motiveren.
Vooruit kijken
Momenteel is mijn propedeuse uitgesteld, maar ben ik al wel begonnen met het vervolg van de opleiding. Ik verwacht dat ik over een jaar mijn eigen groep kan draaien. Zoals ik het nu zie, zal dat op een montessorischool zijn. Leer mij om het zelf te doen. Rekening houden met anderen. Dat zijn waarden die goed bij me passen. Voordat ik afstudeer zou ik ook nog wel ervaring willen opdoen op een Jenaplan school of een school met thematisch onderwijs. Om een nog bredere basis te krijgen.
‘Neem de tijd om goed aan te voelen wat bij je past’
Ontdekken
Ben je je op dit moment aan het oriënteren op een baan in het onderwijs, dan zou ik willen zeggen: Neem de tijd om goed aan te voelen wat bij je past. Ga zoveel mogelijk kijken op verschillende plekken en als je dan gekozen hebt, maak er dan een feestje van. Wees open-minded en leergierig en doe zoveel mogelijk ervaringen op. Zo weet je wat je wel en niet wilt. Voor mij werkt leren in de praktijk het beste. Ik had dan ook graag meer dan 1 dag per week stage willen lopen, maar dat kan in deeltijd helaas niet.
Doorgroeien
Over 10 jaar zou ik zover willen zijn dat ik anderen weer iets kan leren, dat ik coach kan zijn voor startende leerkrachten. Daarnaast zou ik me nog meer willen ontwikkelen op pedagogisch vlak. Ik zie mezelf op termijn bijvoorbeeld als vertrouwenspersoon binnen de school.